Veel mensen vinden dat magisch. En in zekere zin is het dat ook. Improvisatie is de kern van wendbaar organiseren. Improviseren is je eigen creativiteit, ideeën en invalshoeken gebruiken om de basismuziek te verrijken en te versterken. Aanvoelen van je publiek en inspelen op de reactie die je krijgt. Als dat lukt en je waardering oogst van je collega’s en je publiek, dan krijg je vleugels. Een magisch gevoel, omdat je weet dat je iets bijzonders hebt kunnen geven aan je publiek. Daarmee heb je je onderscheiden en komt je publiek weer terug.
Dat is het belangrijkste element in de samenwerking binnen de band. Naar elkaar luisteren. Aanvoelen op welk moment je moet reageren en wanneer je een ander niet in de weg moet staan. Een ritmisch patroon van je collega versterken, zodat de rest van de band daarin meegaat. Continu alert zijn. Aan je collega’s kunnen zien dat ze klaar staan om het na jouw solo van je over te nemen. Die vorm van communicatie is samenwerken op het hoogste niveau.
De rol van de bandleider is niet te onderschatten. De bandleider bepaalt in grote lijnen het product dat wordt aangeboden en zoekt daarbij de juiste mensen. Hij zet het kader neer waarbinnen de muzikanten zelf hun creativiteit kunnen inzetten en elkaar kunnen vinden in de samenwerking. Daarbij stelt hij zich dienstbaar op door ruimte te geven en te luisteren naar wat er gebeurt. Door op de juiste momenten stelling te nemen en knopen door te hakken stimuleert hij het proces en krijgt het resultaat vorm in de juiste flow.